De hoefwand groeit gestaag vanaf de kroonrand naar beneden. In 5 tot 14 maanden groeit het paard een volledig nieuwe hoefwand.
Door de vorm van de hoef groeit de hoefwand in dezelfde hoek naar
beneden. De hoefwand die aan de onderkant van de hoef bij de zool
uitsteekt zal steeds wijder en verder naar voren doorgroeien.
Als een hoef te lang is zal het anatomische middelpunt van de hoef (rode
stippellijn) relatief steeds verder naar achteren komen te liggen. De
verhoogde druk van het lichaamsgewicht op de achterkant van de hoef is
voor het paard oncomfortabel omdat in een anatomisch correcte situatie
de druk gelijk verdeeld zou zijn. Met andere woorden, de hoef is hier
niet voor geschikt.
Op het eerste plaatje heeft de hoef een korte hoefwand die niet ver
onder de zool uitsteekt. Het anatomische middelpunt van de hoef (het
centrum van het hoefbeen) zit precies in het midden. Vanaf de rode
stippellijn in het midden tel je 11 blauwe stippen aan de voorkant en
11 groene stippen aan de achterkant.
Op plaatje 2 zie je wat er gebeurt als de hoefwand langer wordt: Het
anatomische centrum zit nog steeds op dezelfde plaats, maar is relatief
veel verder naar achteren terecht gekomen: Aan de achterkant zitten nog
maar 7 groene stippen en aan de voorkant zitten nu 15 blauwe stippen.
Bij een langere hoefwand zal het paard er de voorkeur aan geven om met
zijn benen onder z'n lichaam te gaan staan op zoek naar het midden van
zijn hoef in een poging om pijn of ongemak te vermijden of te
verlichten.
Als een paard's voorhoeven de juiste hoefwand lengte (en hielhoogte) hebben kun je een denkbeeldige lijn trekken over het midden van zijn
schouder. Deze lijn komt dan precies bij de achterkant van de hoef uit
direct achter de hoefbal. Als de achterhoeven een goede lengte hebben zal de lijn tussen de hak en de hoefbal precies vertikaal lopen.
Staat je paard "als een geit op een klif" met z'n voorbenen achter deze
vertikaal, en met z'n achterbenen naar voren onder z'n lichaam, dan zijn
meestal z'n hoeven te lang.
Bij paarden die wel een korte hoefwand hebben en toch zo staan kun je er
zeker van zijn dat de hielen te hoog zijn. Een artikel over hielhoogte (een belangrijk onderwerp) zal ik binnenkort op
deze blog plaatsen.
Bij het academisch trainen van paarden streven we naar gelijkmatige verdeling van het
gewicht over vier benen (lees hoeven...). Als het paard met zijn boeg
over de voorbenen hangt duwen we hem terug om het zwaartepunt naar
achteren te verplaatsen. Het paard doet dit vaak braaf maar staat hierna
vaak van links naar rechts te wiebelen of hij tilt z'n voeten een paar
keer één voor één op. Hij doet dit omdat het niet goed voelt in z'n
hoeven en als we even niet opletten zet hij z'n voorbenen weer naar
achteren en verplaatst hij het zwaartepunt weer naar voren.
De invloed van hoefwandlengte op de plaats van het zwaartepunt van het
paard in beweging is minder goed waar te nemen dan in stilstand, maar
zal ongetwijfeld een rol spelen.
Als je de hoefwand inkort zal je paard direct rechter op gaan staan.
Vaak is het probleem nog niet meteen 100% verholpen omdat borst en
schouder spieren door de verkeerde stand vaak langere tijd veel te
lijden hebben gehad. De achterbenen hebben ook tijd nodig om
'uit te klappen'. Het zou goed zijn als paardenfysiotherapeuten en masseurs een oog zouden ontwikkelen voor de invloed van hoeflengte op de houding van het paard. Paarden met te lange hoeven zullen regelmatig terugkerende klanten zijn met problemen in de onderrug die alleen tijdelijk beter aanvoelen na een behandeling, maar de oorzaak is daarmee niet weggenomen.
Door je paard een korte hoefwand te geven zullen rugproblemen en verkrampingen bij de boeg, schouders, kruis en hamstrings verminderen.
"Hoe kort?" Goede vraag. "Zo kort mogelijk", is het korte antwoord.
Het langere antwoord is "Het ligt er aan". Veel paarden gaan
gevoelig (op eieren) lopen als hun hoefwand (te) kort is. Een langere
hoefwand maskeert net als een hoefijzer de sensatie van pijn en ongemak
maar veroorzaakt, net als het ijzer, een hele lijst van mogelijke
problemen.
Een concreter antwoord: Bij een gezonde hoef (met gewelfde zool) laat je 0 tot 0.5 mm
hoefwand uitsteken vanaf het niveau van de zool. Kijk ook eens naar
fotos van hoeven van wilde paarden om een goed beeld te krijgen. Kan je paard dit niveau niet aan en loopt hij gevoelig of kreupel op korte hoeven zul
je eerst andere problemen moeten gaan oplossen. Soms
verkeren de stralen niet in goede gezondheid. Soms is de zool te plat. Met de 5 sleutels voor gezonde hoeven kan gevoeligheid worden opgelost en zal je paard prima op kort bekapte hoeven uit de voeten kunnen.
Gemiddeld groeit een paard 6 tot 10 millimeter hoefwand per maand. Laat
je je smid één keer in de 10 weken bekappen kan het zijn dat je paard maar 30% van de tijd lekker op z'n hoeven staat omdat de overige tijd zijn hoefwand te lang is. De smid zal
natuurlijk blij worden als je hem vaker laten komen voor een klein
vijlbeurtje, maar hij zal geen kleinere rekeningen sturen...
Misschien handig als je zelf leert trimmen zodat je hem tussen de bekappingen van de smid of trimmer zelf kunt bijhouden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten