zondag 24 februari 2013

Suikerbietenpulp

In het artikel Spijsvertering en hoefgezondheid wordt uitgelegd waarom ruwvoer beter is voor paarden en hun hoeven dan een dieet rijk aan granen, suiker en zetmeel. Het allergrootste deel van de voeding van het paard moet uit ruwvoer bestaan: hooi, voordroog en (in beperkte mate) gras. Toch willen we of moeten we paarden bijvoeren. Eén van de soorten voer die geschikt is voor paarden om biks en graan mee te vervangen is suikerbietenpulp.

Suikerbiet? Bevat dat niet veel suiker dan?
Suikerbieten worden geteeld voor de suikerindustrie en bevatten direct na het oogsten wel 20% suiker. Ter vergelijking: Een appel bevat slechts 15% suiker. In de fabriek wordt de suiker uit de biet gehaald. Wat overblijft is de pulp die gedroogd wordt en geperst tot brok. De pulp bevat minder dan 5% suiker, een hoog vezelgehalte en is daarom geschikt als paardenvoer.

In veel paardenvoer en ook in suikerbietenpulp wordt vaak melasse toegevoegd. Dat maakt het weer ongeschikt als gezond paardenvoer. Voor de smaak is het niet nodig omdat de meeste paarden suikerbietenpulp zonder melasse ook heel lekker vinden. Misschien heeft je paardenvoederhandel geen suikerbiet zonder melasse op voorraad maar kunnen ze het wel voor je bestellen. Suikerbietenpulp (SBP) is goed houdbaar zolang het droog bewaard wordt. Je kunt gerust een aantal zakken per keer nemen.

Waarom is suikerbiet geschikt als paardenvoer?
  • SBP is een goede bron van makkelijk verteerbare vezels. 
  • Het bevat pectine en inuline, koolhydraatsoorten die goede bacteriën in de dikke en blinde darm stimuleren. Door SBP te voeren zal ruwvoer zoals hooi en alfalfa beter verteerd (gefermenteerd) worden. De darmflora ondersteunende werking is gunstig voor oudere paarden en paarden die de neiging hebben snel gewicht te verliezen.
  • SBP is ook geschikt voor dikkere paarden omdat het door z'n grote volume na het wellen niet veel energie bevat per schep. 
  • Het is geschikt voor paarden met gebitsproblemen, zelfs oude paarden zonder tanden kunnen het eten.
  • Het is een perfecte basis om van alles doorheen te mengen: grasbrok, luzerne, mineralen, olie, lijnzaad en eventuele medicijnen.
  • SBP bevat weinig eiwit, weinig suiker (5%) bevat relatief veel calcium.
  • Door het lage suikergehalte is het geschikt voer voor gezonde hoeven 
  • Het is geschikt voor nerveuze en schrikachtig paarden en voor paarden die snel spierpijn ontwikkelen (tying up en EPSM).
  • Het bevat geen stof, schimmels of andere allergenen.
  • Veel paarden vinden lekker.
  • Fijne bijkomstigheid: suikerbietenpulp is goedkoop.

1 schep suikerbietbrok + 5 liter water = een halve emmer vol...

Hoe te gebruiken?
Suikerbietenpulp moet lang geweekt worden. Een kilo bietenpulp heeft 5 liter water nodig om helemaal op te wellen. Op koele dagen kun je de pulp 24 uur van te voren in de week zetten. In de zomer week je liever een uur of twaalf zodat het niet kan bederven. Met echt heet of kokend water kun je de weektijd aanzienlijk verkorten. Ook met heet water zal SBP toch een aantal uur moeten staan. Eerst om te wellen en vervolgens om gedeeltelijk af te koelen. Veel paarden vinden warm eten in de winter extra lekker.

Hoeveel?
Op verschillende sites worden verschillende hoeveelheden geadviseerd, van maximaal een halve kilo tot zelfs wel 2 kilo per dag (op de site van Hartog). Twee kilo lijkt mij erg veel als je je realiseert dat je dan met wellen erbij je paard 12 kilo voer voorschotelt! Ik las ergens dat paarden 5 kilo droge pulp werd gevoerd zonder nadelige effecten, maar de risico's die daar aan kleven zou ik zelf niet nemen! Neem als basis voor de voeding van je paard altijd ruwvoer en kijk naar alle andere dingen die je voert als aanvullende voeding. Gewoon voor het lekker, om je paard op gewicht te houden, of als drager van supplementen.

Voor mijn vier paarden week ik 1 schep van ongeveer een kilo in 5 kilo heet water. De 2 dikkere paarden krijgen na het wellen 1 ruime schep, de shet een klein schepje en de rest is voor mijn dunnere paard. De suikerbiet is een handige basis om van alles doorheen te mengen. Met een halve tot een hele schep luzerne en gemicroniseerd lijnzaad zijn ze allemaal tevreden met de inhoud van hun emmer.

SBP is rijk aan calcium en heeft hierdoor geen perfecte calcium fosfor verhouding. Zolang je geen gigantische hoeveelheden voert zal dit geen problemen opleveren. Als je de balans toch perfect wilt krijgen zul je de hoeveelheid SBP die je dagelijks voert mee moeten laten nemen in het uitrekenen van een balancer die exact aansluit op alles wat je voert. Je hooi heeft waarschijnlijk ook geen perfecte Ca:Ph balans. Met een uitgerekend mineralen supplement zou je het theoretisch perfect kunnen krijgen. Je kunt ook een handje zemelen door de biet mengen omdat dit juist veel fosfor en weinig calcium bevat. De juiste verhouding zemelen en gewelde pulp is 1:4.

Als je paard suikerbietenpulp niet kent zal hij er misschien even aan moeten wennen. Meng een klein beetje door voer wat hij wel lust en voer de hoeveelheid elke dag iets op.

Schrokt je paard SBP zonder goed te kauwen? Meng er dan iets waar hij wel op moet kauwen doorheen zoals gras- of alfalfabrok.

Nadelen van suikerbiet 
Niet goed geweekte suikerbiet kan slokdarm verstopping veroorzaken. Het paard houdt plotseling op met eten en vertoont koliekachtige verschijnselen zoals schrapen met de voorbenen, paniekerig gedrag en onrustig rondlopen. De onderhals van het paard voelt dik aan. Een stevige massage van de onderhals met het hoofd van het paard in een horizontale positie kan helpen om de prop in de dunne slokdarm los te laten schieten. Anders direct de veearts bellen natuurlijk. Beter nog is gewoon die SBP goed te weken. Twijfel je of het goed geweekt is of zitten er nog kleine harde stukjes in? Dan NIET voeren.

Een recent onderzoek van de universiteit van Liverpool suggereert dat er en relatie zou kunnen bestaan tussen het voeren van SBP en dikke darm torsie, een ernstige vorm van koliek. Er werd bij het onderzoek niet vermeld of het suikerbiet met of zonder melasse betrof en in welke hoeveelheden het gevoerd werd.

Wat je ook naast het ruwvoer van het paard nog meer voert, bedenk er altijd bij dat dit aanvullende voeding is. Suikerbietenpulp is laag in mineralen en vitamines en mede daardoor niet geschikt als compleet paardenvoer of ruwvoervervanger. SBP kan in gematigde hoeveelheden prima aan paarden gevoerd worden zonder nadelige gevolgen voor de hoeven of de spijsvertering.

Meer info: 
The Myths and Reality of Beet Pulp (pdf)

vrijdag 22 februari 2013

Anatomie van de hoef in 3D

Hoefbeen, Straalbeen en Kootbeen
Op de Online Veterinary Anatomy Museum website vind je de beste anatomische modellen uit de collectie van het museum. Deze verzameling bevat een mooi 3D model van de hoef van het Royal Veterinary College in Londen.
Na het downloaden van een speciale player kun je de hoef alle kanten op draaien en krijg je een goed inzicht in de opbouw van de hoef. De verschillende soorten weefsel kun je aan en uit zetten.

+ Straal kussen

+ Kraakbeen

+ Pezen

+ Ligamenten

+ Hoefcapsule

maandag 18 februari 2013

Nieuwe site: Paardenhoeven.info

Vanaf vandaag staan alle artikelen van deze blog op paardenhoeven.info. Dus in plaats van 'alleen maar een blog' zijn de belangrijke artikelen over de anatomie en de 5 sleutels nu makkelijk terug te vinden via het menu.

Bijna alle artikelen zijn ongewijzigd overgenomen, met hier en daar een kleine wijziging. In de loop van de tijd komen er nog veel meer artikelen bij. Ik ben benieuwd wat jullie er van vinden, tot ziens op paardenhoeven.info!

zondag 3 februari 2013

De bezwaren van de smid...

Vorige week kreeg ik een interessante mail van een van de deelnemers van de workshop “Hoeven Kijken” die ik in november gaf in Friesland. In haar mail beschrijft ze een klassiek dilemma: Ze weet nu meer over paardenhoeven, maar haar traditionele hoefsmid die ze vertrouwt en die al 14 jaar het onderhoud van de hoeven van haar paarden doet, heeft bezwaren tegen ‘natuurlijk' bekappen. Wie moet ze nu geloven en wat moet ze doen?

De bezwaren van de smid:
In de mail werden de bezwaren beschreven die de traditionele hoefsmid heeft op bekappen volgens nieuwe inzichten:
Hielen: Als je de hielen inkort, is dat een te zware belasting op de pezen, want dan wordt de stand van de voet anders en rekken de pezen teveel uit. Dit kan kreupelheid tot gevolg hebben. Hij zegt te hebben geleerd nooit aan de hielen te komen.

Draagrand en straal: Een paard loopt op de buitenrand en het zoolmechanisme vangt de beweging op. Een paard kan nooit op de straal lopen. Die is veel te gevoelig en stel dat hij daar een scherp voorwerp in krijgt, dan is de ellende niet te overzien.

Aanpassing van het paard aan de leefomgeving: De paarden die wij hebben zijn al generaties lang gewend aan de leefomgeving bij mensen en niet te vergelijken met wilde paarden. Onze paarden hebben zich aangepast en de hoeven dus ook. Ze moeten hier leven, op vaak zachte grond en daarom bekappen we zoals we nu doen. Je kunt een paard niet terugbrengen naar een evenbeeld van de wilde paarden.
Twijfels....
Ze schrijft: Ik ben nu dus ernstig aan het twijfelen. Op een site las ik een afschrikwekkend verhaal over de gevaren van natuurlijk bekappen Met name de Strasser methode zou fataal zijn. Zulke verhalen helpen niet bepaald.

Is de traditionele manier echt niet goed? Mijn paarden lopen al hun leven lang op deze manier en zijn echt niet continu kreupel of zo. Hoe weet ik dat dit niet goed is? Als ik de hoeven goed bekijk, is de rand wel aan de lange kant en zijn de hielen een beetje te hoog. Mijn hoefsmid snijdt ook de zool bij, tot de mooie concave vorm er is. De straal wordt netjes schoongesneden, de steunsels eraf. Maar is dat allemaal zo fout?
Deze hoefsmid komt al 14 jaar bij ons en ik moet eerlijk zeggen dat ik nog nooit problemen heb gezien bij de paardenhoeven. Soms werd een paard te kort bekapt en liep gevoelig, daar baalde ik wel eens van. De volgende keer hield de hoefsmid er rekening mee.

Toen mijn haflinger enkele jaren geleden ernstig hoefbevangen was, heeft de hoefsmid door kort te bekappen de hoeven weer in orde gekregen (gecombineerd met pijnstillers van de dierenarts). Hij kwam een keertje vaker langs en als er iets was kon ik hem altijd bellen en dan was hij er ook meteen. De haflinger heeft weer perfecte hoeven.

Je begrijpt dat ik het nu even niet meer weet. Ik vind het natuurlijk bekappen verhaal heel logisch klinken, maar durf nog niet veel meer dan een beetje vijlen. Je zult vast geen antwoorden hebben op al de opmerkingen, ik wacht het wel af. Hoop wel op een vervolgworkshop….

Mijn antwoord
Bedankt voor je leuke en eerlijke mail. Wat jij beschrijft lijkt me een op dit moment veel gevoerde discussie tussen de voor- en tegenstanders van 'natuurlijk' bekappen. Het zet mij ook aan het denken want ik weet eigenlijk niet goed hoe traditionele smeden over hoeven denken. Ik heb altijd alleen vanuit de evolutionair en anatomisch logische manier naar hoeven gekeken. Ik volg mijn gevoel en logica en word niet gehinderd door eeuwenoude tradities :-)

Allereerst zou ik willen zeggen: Ga niet zelf vijlen totdat je een goede cursus hebt gedaan en begeleid en gecontroleerd kan worden door iemand die professioneel is of veel ervaring heeft en een zelfde visie heeft als jij.

Strasser
Wat je schrijft over Strasser is overdreven. De Strasser methode is ontwikkeld als een medische ingreep die alleen in een gespecialiseerde kliniek kan worden uitgevoerd. Voor diverse paarden met heel ernstige problemen heeft deze methode het verschil tussen leven en dood betekend. Niet geschikt om thuis te doen op paarden van wie in feite alleen de nagels moeten worden geknipt. Een pedicure is geen chirurg!

Hoefbevangen
Hoewel je schrijft dat je paarden geen problemen hebben schrijf je ook dat je paard een keer hoefbevangen geweest. Wat ik me afvraag: Zag je smid de hoefbevangenheid aan komen? Heeft hij iets gedaan om het te voorkomen of je geïnformeerd over de invloed van het dieet op de hoeven? Gelukkig is het weer goed gekomen. Interessant dat je schrijft dat de korte bekapping toen genezing tot gevolg had.

Hoge hielen beïnvloeden de positie van het hoefbeen

Een paard dat op de draagrand loopt, een straal heeft die de grond niet raakt en een hoge hiel heeft, kan in de ‘startblokken’ staan voor hoefbevangenheid. Door de hoge hiel wijst het hoefbeen al naar beneden. De witte lijn bij de teen staat onder verhoogde druk. De lamellen (een huidverbinding) zijn niet berekend op het dragen van het gewicht van het paard. Alle zoogdieren lopen op hun kussens (stralen), behalve het traditioneel bekapte paard.

Gevoeligheid
Als je hoefsmid je paarden iets korter bekapte kregen ze last van gevoeligheid. Ik kan me dit goed voorstellen. Paarden die gewend zijn om op de draagrand te lopen hebben geen optimaal functionerend hoefmechanisme. Ze hebben dikwijls flare en een opgerekte witte lijn en een platte, zwakke zool. Hun hoeven zijn niet geconditioneerd om op de zool te lopen. Als die zool dan ook nog eens uitgedund is zullen ze na een korte trim extra gevoelig zijn. Paarden bij wie de draagranden weggevijld wordt zullen een zelfde overgangsproces doormaken als paarden die van hoefijzers af komen. Het kost tijd om deze transitie te maken. Bij het ene paard gaat dit makkelijker dan bij het andere.

Hielhoogte... Welke hoef loopt meer risico op peesblessures?

Hoge hielen
Hoge hielen en het niet kunnen gebruiken van de straal kunnen leiden tot problemen zoals toonlanden en hoefkatrolontsteking. Het kan natuurlijk goed dat jou paard prima loopt en geen problemen heeft of zal krijgen. Als het wel gebeurt zou het jammer zijn geweest als je het had kunnen voorkomen.

Persoonlijk heb ik geen ervaring met paarden die van lage hielen peesblessures kregen. Wat ik wel weet is dat in de traditionele hoefsmederij ondergeschoven hielen soms verward worden met lage hielen.

Ik kan me goed voorstellen dat ondergeschoven hielen een zware belasting zijn voor de diepe buigpees. (maar let op he, ik ben geen dierenarts). In mijn visie is het heel belangrijk dat de hielen van het paard op de juiste plek zitten, niet alleen voor de hoef maar voor het hele paardenlichaam. Door goed te bekappen en te werken met de krachten die op de hoef inspelen kun je een ondergeschoven hiel in de loop van de tijd terug brengen naar de juiste positie.

Aanpassing van de hoef

Eén van de bijzondere eigenschappen van hoeven is dat ze zich aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Je ziet hoeven binnen enkele weken tot maanden veranderen onder invloed van voeding, het seizoen en de ondergrond. Dit kunnen zowel negatieve als positieve veranderingen zijn.

De wilde mustang is een verwilderd gedomesticeerd paard dat genetisch identiek is aan onze paarden. De mustang is een mooi voorbeeld van hoe paarden en hoeven weer terug kunnen naar hun natuurlijke staat. Het omgekeerde is ook waar: Wilde paarden en paardachtigen zoals przwalskis en zebra’s krijgen in gevangenschap met precies dezelfde hoefproblemen te maken als onze huis-tuin-keuken paarden.

Mijn missie..
Ik heb er geen belang bij dat jij of wie dan ook mijn visie deelt of deze zonder meer aanneemt. Daarom ben ik ook blij met je e-mail. Je bent over hoeven aan het nadenken en naar hoeven aan het kijken zonder dingen klakkeloos meer aan te nemen. Mijn missie is dat iedereen aannames gaat testen en niet alleen de traditie (of nieuwe inzichten) zonder meer aanneemt als geldige reden om dingen te doen of te laten.

Praktisch
Het zou interessant zijn, ook voor anderen die met dezelfde vragen worstelen om de aannames van je hoefsmid te gaan testen. Ik zou het leuk vinden om je hierbij te helpen en het proces vast te leggen op deze site. Mijn moeder zei het al: Onderzoek alles maar behoudt het goede.

Wat je zou kunnen doen is allereerst de hoeven te fotograferen en een aantal videos te maken van de gangen en hoeflandingen van je paard. Laat je paard vervolgens een half jaar bekappen door een ervaren hoefverzorger die bekapt volgens nieuwe inzichten (lage hielen, korte afgeronde hoefwand, niet uitdunnen van de zool, straal aan de grond). Leg veranderingen vast met foto’s en video’s.

Na verloop van tijd kun je dan gaan vergelijken en evalueren: Loopt je paard beter, slechter of hetzelfde? Heeft hij problemen gehad, heeft hij die nog steeds of zijn ze overgegaan?

Ben je niet tevreden en zie je duidelijk voordeel in traditioneel bekappen laat je de hoeven en hielen weer wat langer groeien en bel je je oude smid weer.

Reactie
Ik kreeg een leuke reactie op mijn mail terug. We hebben besloten dit paard te gaan volgen op deze blog als case study in zijn overgang van een traditionele naar moderne bekapping. We zijn benieuwd naar de resultaten en eventuele problemen! En nu maar hopen dat het paard straks niet in iets scherps gaat staan zo met z'n stralen op de grond :-)

vrijdag 1 februari 2013

Spijsvertering en hoefgezondheid

In Nederland wordt steeds minder brok gevoerd. Paardeneigenaren beginnen zich te realiseren dat de gezondheid van paard en hoef negatief wordt beïnvloed door voeding die zetmeel en suiker bevat. Om te begrijpen waarom biks, granen en suiker problemen kunnen opleveren is het nodig om naar het spijsverteringsstelsel van het paard te kijken. Wat gebeurt er eigenlijk met het voedsel dat onze paarden eten en hoe kunnen we er voor zorgen dat voedsel geen negatieve invloed heeft op de gezondheid van de hoef?

De spijsvertering van het paard is gemaakt om de hele dag door kleine hoeveelheden vezelrijk voedsel te eten. Het grootste deel van het dieet van het paard moet daarom ruwvoer zijn dat de hele dag door beschikbaar is. Problemen in de spijsvertering kunnen ernstige gevolgen hebben. Niet alleen voor het maagdarmstelsel zelf maar speciaal ook voor de hoeven, die de barometer zijn voor de algehele gezondheid van het paard.

Verschillende manieren van spijsverteren
Er zijn twee manieren waarop dieren hun voedsel verteren. Dieren die herkauwen (koeien, geiten) verteren vezels (cellulose) met behulp van fermentatie door micro-organismen. Alle andere dieren, die niet herkauwen, inclusief de mens, verteren hun voedsel met behulp van enzymen. Het spijsverteringsstelsel van het paard is een combinatie van deze twee methoden. Paarden herkauwen hun voedsel niet en hebben een gedeeltelijk enzymatische spijsvertering. Om het hoofdbestanddeel van hun energie beschikbaar te maken zijn ze afhankelijk van cellulose fermenterende bacteriën.


De anatomie van het spijsverteringsstelsel
Het spijsverteringsstelsel van het paard bestaat grofweg uit twee delen. Het voorste deel bestaat uit de maag en de dunne darm waar enzymatische vertering plaats vindt. Het achterste deel bestaat uit de blinde darm (caecum) en dikke darm waar bacteriële fermentatie plaatsvindt. Om dit artikel niet al te lang en ingewikkeld te maken hieronder een beknopt overzicht van de spijsvertering van het paard...

De spijsvertering van het paard (anatomie)

De spijsvertering
De mond
Het verteren van voedsel begint in de mond. Het paard bijt voedsel af en vervolgens kauwt hij er 70 tot 90x per minuut op. Tijdens het kauwen worden vele liters speeksel aangemaakt.

De maag
De gekauwde vloeibare voedselbrij gaat via de slokdarm naar de relatief kleine maag. De maag produceert maagzuur en heeft hierdoor een hoge zuurgraad (pH 1,5 tot 2). Het voedsel wordt in de maag met maagzuur vermengd en gedeeltelijk afgebroken en opgenomen. Hierna wordt de massa naar de dunne darm overgeheveld. 
De dunne darm
In de maag en dunne darm worden vooral de gemakkelijk verteerbare en oplosbare componenten zoals zetmeel, eiwit en vet verteerd. Met behulp van enzymen worden deze voedingsstoffen omgezet in melkzuren die vervolgens in de bloedbaan worden opgenomen. De zuurgraad van het voedsel wordt in de dunne darm geleidelijk aan geneutraliseerd tot ongeveer pH 7. De voedselbrij wordt hierna naar het achterliggende gedeelte van het spijsverteringskanaal getransporteerd.

De blinde darm
In de blinde darm of caecum (een groot soort zak van ongeveer 1 meter lang en 30 liter inhoud) wordt cellulose afgebroken (gefermenteerd) door bacteriën en omgezet in vetzuren die via de darmwand in de bloedbaan worden opgenomen. Vetzuren kunnen direct als brandstof worden gebruikt of worden opgeslagen in het lichaam voor later gebruik. Behalve energie in de vorm van vetzuren komen bij de fermentatie ook andere stoffen vrij zoals eiwitten, vitamines B en K en gassen en niet onbelangrijk: warmte.

Het paard maakt geen enzymen aan voor de vertering van cellulose. Al het verteringswerk van vezels wordt verricht door microben: triljoenen bacteriën en schimmels en protozoa (meer dan 400 soorten!) zijn constant bezig met het afbreken van moeilijk verteerbaar plantenmateriaal. Het paard is zeer afhankelijk van de samenwerking met de microben. De microben zijn op hun beurt afhankelijk van het paard dat hen een leefomgeving biedt. De micro-organismen kunnen alleen overleven en hun werk doen in een leefomgeving met een neutrale zuurgraad (pH 6,7).

De dikke darm
Na ongeveer 7 uur fermentatie in het caecum komt de brij in de dikke darm terecht. In de dikke darm wordt de bacteriële vertering van de vezels voortgezet. Ook hier worden de vrijgekomen voedingsstoffen via darmwand opgenomen in de bloedbaan. Vervolgens wordt ook het water uit de massa opgenomen.

De endeldarm
In het laatste deel van het darmkanaal, de endeldarm, wordt de laatste hoeveelheid water aan de massa onttrokken en wordt wat over is gebleven tot mestballen gevormd. Die komen er uit bij de anus.
Verstoring van de spijsvertering
Het voorste deel van de spijsvertering werkt met behulp van enzymen. Het achterste gedeelte van de spijsvertering werkt met microben en is alleen geschikt om vezels te verteren. Als andere voedingsstoffen dan vezels in het caecum en de dikke darm terecht komen wordt de leefomgeving van de microben verstoord en sterven ze af.

Als het paard meer suiker en zetmeel eet dan het eerste deel van de spijsvertering in staat is te verwerken zullen onverteerde resten van deze onverteerde voedingsstoffen doordingen tot het achterste deel van het darmsstelsel. Het aantal melkzuur bacteriën in caecum en dikke darm neemt dan toe en hiermee ook de zuurgraad. De microben die verantwoordelijk zijn voor de fermentatie van vezels sterven door de verhoogde zuurgraad af en ook de darmwand wordt aangetast door de lage pH. De dood van de micro-organismen zorgt voor het vrijkomen van gifstoffen. Hoefbevangenheid (inflammatie en afscheuren van de lamellen) is een reactie van het lichaam op deze gifstoffen.

Acuut of chronisch?
We kennen allemaal het bijna spreekwoordelijke voorbeeld van het paard dat in de voerschuur is beland. Hij propte zich vol met vele kilo’s graan en biks en raakte vervolgens acuut hoefbevangen. De suikers en zetmeel in het graan maakten dat de bacteriën in de achterste darmen afstierven. De gifstoffen die hierbij vrij kwamen zorgden voor een acute inflammatie van de lamellen en de hoefwand liet los.

Je denkt: Dat overkomt mij niet, en je hebt gelijk.

In de praktijk zal de invloed van een verstoorde darmflora op de gezondheid van de hoef vaker een sluipend en chronisch proces zijn. Dit is waarschijnlijk één van de grootste redenen waarom zoveel paarden niet zonder hoefijzers kunnen.

Veel paarden die op een ‘normaal’ dieet van paardenvoer en gras gehouden worden zullen in veel gevallen elke dag iets te veel suiker en zetmeel binnenkrijgen. De spijsvertering en darmflora zal chronisch een beetje verstoord zijn en het spijsverteringsstelsel zal een licht verhoogde pH waarde hebben. Veel paarden hebben hierdoor altijd last van een lage dosis gifstoffen in hun systeem. Het gevolg kunnen moeilijk te herkennen vage klachten zijn, maagzweren, gedragsproblemen en gevoeligheid van de hoef.

De hoeven en kroonrand zullen soms warm aanvoelen door lichte inflammatie. Hoeven vertonen regelmatig horizontale randen of, in witte hoeven, roze plekken. De witte lijn is iets opgerekt. Er kan sprake zijn van flare. Het probleem is dat we gewend zijn aan het uiterlijk van de hoeven en geen aanleiding hebben om te denken dat er langzaam maar zeker iets mis aan het gaan is. Tot de lamellen zo verzwakt zijn dat op een slechte dag het paard hoefbevangen staat. De situatie lijkt dan acuut terwijl het onderliggende probleem al jarenlang chronisch aanwezig was.

Langzaam maar zeker wordt de niet-acute invloed van voeding op de hoeven meer herkend. Verschillende benamingen doen de ronde: LGL (Low Grade Laminitis) SCL (Sub Clinical Laminitis). 

Voeding en hoeven in de praktijk
Is je paard gevoelig op harde ondergrond? Is je paard gevoelig na een redelijk korte bekapping? De oorzaak is veelal de hoeveelheid suikers en zetmeel in de voeding. Steeds meer mensen voeren steeds minder (graan-) brok en meer ruwvoer (inclusief lucerne en bietenpulp). 

Blijf niet hangen in het idee dat je paard biks en muesli zo lekker vindt of dat hij niet zonder kan. Paarden die mager worden zonder krachtvoer hebben (nog) niet de juiste darmflora om cellulose effectief om te zetten in vetzuren. Dit probleem is veroorzaakt door krachtvoer, en dus geen oplossing! Er zit meer dan genoeg energie in ruwvoer als je paard het er uit weet te halen. Door de tijd te nemen om de microben in het paard zich te laten aanpassen en eventueel probiotica te geven kan vrijwel ieder paard op een ruwvoer dieet prima op gewicht blijven en presteren.

Verander het dieet van je paard geleidelijk. Micro-organismen in de darmen hebben tijd nodig zich aan te passen aan ander voer.

Ook gras en hooi kunnen te veel suiker bevatten om de spijsvertering optimaal te laten werken. Het is dus belangrijk om hooi te laten testen op suiker gehalte en eventueel het grazen te beperken door middel van bijvoorbeeld stripbegrazing of een beperking in aantal uren op de wei. Hou het grazen extra in de gaten op zonnige dagen (Zie de fructaanindex van Hoefnatuurlijk).

De hoeveelheid suikers en zetmeels die een paard aan kan verschilt van paard tot paard. Sommige paarden met gevoelige hoeven verbeteren zichtbaar zodra ze van weidegras overgegaan zijn op hooi. Andere paarden kunnen prima op de wei zonder hoefproblemen te krijgen.

Ook het tempo waarop paarden eten speelt een rol. Sommige paarden zijn zelfregulerend en grazen niet meer dan hun spijsvertering tegelijk aan kan. Anderen zijn echte lekkerbekken of vreetzakken. Na een dag op de wei kun je bij die dieren soms aan de rechterflank het caecum letterlijk zien uitpuilen. Paarden kunnen geirriteerd reageren op aanraking in dit gebied. Voor deze chronische overeters kunnen een graaskorf of slowfeeder een oplossing bieden.