vrijdag 31 mei 2013

Deze blog is verhuisd naar paardenhoeven.info

Beste lezers,
Sinds begin 2013 is deze blog verhuisd naar paardenhoeven.info
Lees daar nog veel meer interessante artikelen over hoeven :-)


donderdag 14 maart 2013

Hoefkennis Quiz

Een belangrijke oorzaak van hoefproblemen is dat de eigenaars niet veel over hoeven weten. En niet eens realiseren dat ze er weinig of niets van weten… Op mijn workshops hoor ik regelmatig mensen zeggen: Maar waarom weten wij dit helemaal niet, dit is toch basiskennis die elke paardenbezitter zou moeten hebben?!

De hoef lijkt het geheimzinnige domein van de smid waar de eigenaar van het paard niets mee van doen heeft… Als er langzaam hoefproblemen ontstaan herkennen veel eigenaars het niet. Pas als het paard kreupel begint te lopen wordt er tot actie overgegaan en wordt er in de praktijk veel geld uitgegeven aan hulpmiddelen zonder te kijken naar de oorzaken van de problemen. Terwijl met een goede kijk op hoeven en voldoende kennis veel hoefproblemen voorkomen en verholpen kunnen worden.

Zodra je meer weet over hoeven zie je hoeveel onbegrepen hoevenleed er is. Dan begrijp je misschien ook waarom ik deze site heb gemaakt. Hoevenleed is overal. Op de mooiste stallen. In alle disciplines. Op alle niveaus. Zelfst prachtige, dure en succesvolle paarden lijden eronder. Zelfs paarden van mensen die hun paard als beste vriend besschouwen en letterlijk alles over zouden hebben voor het welzijn van hun paard. De belangrijkste reden volgens mij? Gebrek aan informatie… En jij, hoe staat het met jou hoevenkennis?

Check hoe het staat met jouw hoevenkennis, Doe de quiz :-) (15 vragen)

zaterdag 9 maart 2013

Oorzaken van hoefproblemen

Lees dit artikel op de nieuwe website van paardenhoeven.info  

De oorzaken van hoefproblemen bevinden zich niet in de hoef en liggen niet bij het paard. Het paard heeft alles in huis om perfecte hoeven te hebben, een heel leven lang.

Misschien niet leuk om te horen: Hoefproblemen worden veroorzaakt door ons, de mens. Door de manier waarop we paarden houden, hoe we ze voeren en ze gebruiken. Door de manier waarop we naar ze kijken en niet begrijpen wat we zien. Door onze onmacht om de dieren echt te geven wat ze nodig hebben. Traditie, het grenzeloze vertrouwen op de medische wetenschap en het gebrek aan vertrouwen op de natuur doen er nog een schep bovenop.


Hieronder een lijst, niet in een bepaalde volgorde.

1) We hebben een vertekend beeld van hoe de hoef eruit hoort te zien

We komen zelden of nooit in aanraking met wilde paarden in hun natuurlijke leefomgeving. Van de hoeven die we dagelijks zien is een groot aantal door domesticatie en traditie vervormd. Zelfs in de boeken van de Grootmeesters van de rijkunst is geen gezonde hoef te vinden.

2) We nemen te lang aan dat er geen problemen zijn zolang het paard goed loopt

Als ik vroeger mijn hoefsmid of veearts een vraag stelde over de hoeven van mijn paard keken ze me verbaasd aan en vroegen ze me: Is hij kreupel dan? Nee, zei ik dan, en dan antwoorden zij: Niets aan de hand toch? Hoefproblemen kun je lang van te voren aan zien komen als je weet waar je naar moet kijken.

3) We besteden de verantwoordelijkheid voor de gezondheid van het paard uit aan mensen die niet intensief betrokken zijn bij het dier

Veel paardenbezitters hebben te weinig basiskennis over de anatomie en werking van de hoef en vertrouwen op de experts. Ze nemen aan dat de veearts of hoefsmid hen het zullen vertellen als er iets aan de hand is. Ze vertrouwen dat de stalhouder genoeg over voeding en huisvesting weet om het paard gezond te houden.

4) Paarden worden niet vaak genoeg, niet goed genoeg en niet kort genoeg bekapt


Om kosten te besparen, uit onwetendheid of vanuit de angst dat het paard er gevoelig of kreupel door gaat lopen worden paarden niet vaak genoeg en niet kort genoeg bekapt. De bekapping is in veel gevallen anatomisch of biomechanisch niet logisch. Dit levert geen acute problemen op maar langzame en moeilijk waarneembare veranderingen in de hoefcapsule. In het engels wordt dit LOTD genoemd, ofwel Lack of Trimming Disease. Bijzonder veel paarden lijden hieraan. LOTD kan het begin zijn van de meeste serieuze hoefproblemen.

5) We vinden de bruikbaarheid van het dier belangrijker dan zijn gezondheid


Mensen hebben veel meer moeite met het weggeven van en kat of hond dan het verkopen of afmaken van een paard. Het paard zit ergens tussen huisdier en vee in. We eten liever geen paardenvlees, maar vele paarden eindigen toch bij de slager. Een klassieker: Na vier of vijf maanden ellende en stappen geven eigenaars van hoefbevangen paarden het op omdat de paarden nog steeds kreupel lopen. Ze realiseren zich niet dat die arme dieren al over de helft waren op weg naar genezing…

6) We vertrouwen meer op de technologie dan op de natuur


Er zijn geen pillen of hulpmiddelen die hoeven genezen. Alleen een paard is in staat gezonde hoeven te creëren als gevolg van een levenstijl die perfect aansluit op zijn natuur en behoeftes. Dat komt de mens vaak niet goed uit. We willen een quick fix. De hulpmiddelen die we hierbij inzetten zijn niet goed voor het paard: Beslag, zooltjes, pijnstillers genezen hoeven niet. Hoefschoenen uitgezonderd. Die kunnen ingezet worden als onderdeel van het herstelproces, maar streef ernaar om ze niet langer nodig te hebben.

7) We zijn bang om het paard te laten lijden terwijl pijn een onderdeel kan zijn van het genezingsproces

Natuurlijk is het rot als een paard kreupel is. Daarbij plaatst het ons voor ethische dilemma’s. Hoeveel mag je het paard laten lijden? Soms slaan we in ons streven om paarden geen pijn te laten voelen te ver door. Als een probleem niet meer gevoeld wordt (bijvoorbeeld door speciaal beslag of een zenuwsnede) betekent het namelijk niet dat het verdwenen is. In het ergste geval wordt het lijden van het paard opgeheven door hem af te maken. In september kwam ik een pony tegen die zeer zwaar hoefbevangen was. Wekenlang heeft hij bijna alleen maar gelegen. Ik zei tegen de eigenaar: Bel de dierenarts niet als je hem een kans wil geven. Nu, een half jaar later, draaft die pony weer over de weg. De pijn moet vreselijk zijn geweest, maar ik denk dat de pony het de moeite waard vond.

8) Paarden bewegen niet genoeg

Om hoeven gezond te houden moeten de dieren in beweging blijven. Ze hoeven niet 24 per uur afgemat te worden, maar rondscharrelen, grazen en lopen houdt het hoefmechanisme meer aan de gang dan stilstaan in een box. Ook ‘s nachts. Als paarden been- of  hoefproblemen hebben is boxrust geen goed idee. Ze moeten bewegen om te genezen.

9) We zien vervormingen van de hoef als conformatie probleem


Het enige onderdeel in de hoef dat conformatie heeft is het hoefbeen, de rest is allemaal beweeglijk en veranderlijk. Hoeven kunnen even makkelijk onder negatieve invloeden verkeerd vervormen als onder positieve invloeden weer terugkeren naar een betere, natuurlijker vorm. Platte zolen, flare, hoge hielen, te lage hielen… Het zijn geen conformatie problemen van de hoef maar vervormingen die goed te verbeteren zijn.

10) We geven paarden verkeerd voedsel


Informeer jezelf! Natuurlijke voeding is geen vage nieuwe trend of kwakzalverij maar keihard bewezen door de veterinaire wetenschap. Vraag me niet waarom doorsnee veeartsen hier niet meer aandacht aan geven… Doe die leuke cursus Equine Nutrition van de Universiteit van Edinburgh of Dr Kellon en stop met het verkeerd voeren van je paard.

11) Veel paarden houden hun hoeven niet goed op gras


Een lastig probleem: Sommige paardenhoeven gaan direct achteruit op gras. Hou dit goed in de gaten. Een valkuil waar ik zelf menig maal in getuind ben: Zodra paarden weer lekker lopen versoepel je het strakke graasbeleid. Graaskorf, stripbegrazen, paddockparadijs, beperkt aantal uren: Wees creatief en experimenteer totdat je exact weet wat je paard aankan, in welk jaargetijde, tijd van de dag en op welk gras. Het is een hele puzzel!

12) We houden en rijden paarden op te zachte ondergrond

Een vicieuze cirkel: Omdat het paard niet lekker loopt op hard vermijden we harde ondergrond. Tienduizenden hiellandingen op stevige en gevarieerde ondergrond versterken de hoef, in het bijzonder het onmisbare digitale kussen in de achterkant van de voet. Bouw het langzaam op, en hou de invloed van voer en bekapping in de gaten. Zodra het paard redelijk goed loopt op hard moet je die kilometers gaan maken. Neem het op in je dagelijkse routine.

13) De manier waarop we paarden houden dient ons gemak en plezier maar niet altijd de behoefte van het dier

14) We doen niet genoeg in de strijd tegen rotstraal

Rotstraal is een heel zwaar onderschat probleem dat we te normaal zijn gaan vinden.


15) We zijn hechten meer waarde aan traditie dan aan vernieuwing
De kennis om hoeven gezond te houden en te genezen is in grote lijnen beschikbaar maar kan nog verder ontwikkeld worden. De kennis moet verder verspreid worden omdat het nog niet tot iedereen doorgedrongen is die met paarden te maken heeft, als liefhebberij of als beroep. Hoefgebreken zouden niet meer een van de hoofdoorzaken voor het vroegtijdige einde van het paard hoeven te zijn. In de komende tien jaar verwacht ik een grote ommezwaai, onder andere door internet en de verspreiding van kennis en ervaringen door sociale media. Spannend!

Oplossingen:
  • Informeer jezelf
  • Stel vragen
  • Ga heel goed naar hoeven kijken
  • Fotografeer hoeven, ze veranderen onmerkbaar
  • Streef naar perfecte hoeven
  • Zie je paard voor wat en wie hij is
  • Vertrouw op logica
  • Geef niet op
  • Vertrouw op de natuur
  • Durf te veranderen en het anders te doen
  • Geef het tijd
  • Luister naar je paard
  • Plaats het belang van het paard voor je eigen gemak
  • Neem niet alles zomaar aan (ook niet wat ik schrijf)
  • Kijk nooit naar je paard als object
  • Wees niet bang voor een experiment
  • Zie een probleem als een gelegenheid om iets te leren

vrijdag 8 maart 2013

Workshops in april

In april kom ik weer naar Nederland om enkele workshops te houden. De workshop Hoeven Kijken is nu nog verder uitgewerkt en aangescherpt. Onmisbare informatie voor elke paardenbezitter! 

Voor iedereen die de Workshop Hoeven Kijken heeft gedaan is er nu ook de praktische vervolg workshop Onderhoudstrimmen

De datums en locatie die op dit moment bekend zijn zijn vrijdagavond 5 april en zaterdag 6 april overdags in Blesdijke Friesland. Wil je meedoen? Stuur dan een e-mail naar Sigrid Bos.

Download hier de folder als pdf


 

Workshop Hoeven Kijken
Vrijdagavond 5 april, 18.00 - 22.00 u
Locatie: Blesdijke, Friesland, €40 pp
  • Wil je meer over de hoeven van je paard weten?
  • Wil jij een paard dat met gemak over elk terrein loopt?
  • Wil je kreupelheid in de toekomst voorkomen?
  • Wil je beginnende hoefproblemen leren herkennen?
Doel van de workshop
Het doel van deze workshops is om paardeneigenaren beter geïnformeerd en met andere ogen naar de hoeven van hun paard te leren kijken. Tijdens de workshop is veel ruimte voor vragen, dialoog en uitwisseling van ervaringen.

De theorie
  • Evolutie van de hoef
  • De geschiedenis & traditie
  • Anatomie & biomechanica
  • Factoren die de hoef beïnvloeden
  • Trimmen / bekappen
  • Veel voorkomende hoefproblemen
De praktijk
In de praktijk gaan we met deze nieuwe kennis naar hoeven kijken. Hoe loopt het paard en hoe zet hij z’n voeten neer? Wat zien we als we de hoef ‘lezen’? Zijn er problemen? Wat kan er beter? Is de hoef goed bekapt? Onder welke invloeden zal de gezondheid van de hoef verbeteren?



Workshop Onderhoudstrim
Zaterdag 6 april, 10.00 - 16.00 u
Locatie: Blesdijke, Friesland, €95 pp

Voor veel onbeslagen paarden is het goed om zeer regelmatig (elke 4 weken) de hoeven bij te vijlen. Als je paard geen grote problemen heeft is het mogelijk tussen de afspraken met je hoefspecialist door zelf dit onderhoud te doen.

Voor wie?
Deze workshop is geschikt voor iedereen met een eigen, onbeslagen paard dat geen grote hoefproblemen heeft en makkelijk voeten geeft.

Opbouw van de workshop
Bij elk paard kijken we eerst wat er moet gebeuren.  Vervolgens wordt het bekappen stapsgewijs uitgelegd en uitgevoerd. Iedereen leert van elkaar en oefent op eigen paard onder toezicht.

Voorkennis

Om deze dagcursus te doen is het belangrijk dat je eerst de workshop Hoeven Kijken hebt gedaan.

Meenemen
Neem je paard, een hoevenkrabber en een paar stevige handschoenen mee. Als je een vijl en messen hebt kun je die ook meenemen of tegen kostprijs aanschaffen op de dag. Koffie, thee en lunch zijn bij de prijs inbegrepen.



woensdag 6 maart 2013

Wat is flare?

Lees dit artikel op de nieuwe website van paardenhoeven.info  
 
Flare is het naar buiten toe vervormen van de hoefwand. Veel paardenbezitters denken dat de naar buiten uitgewaaierde vorm de normale vorm van de voet is. Helaas: flare is één van de meest veelvoorkomende afwijkingen in de hoeven van het gedomesticeerde paard. Paarden met flare zullen vaak gevoelig lopen op harde bodem. Ze hebben een verhoogd risico op hoefbevangenheid, wittelijn ziekte, en barsten.

Het is belangrijk om flare te herkennen en te begrijpen dat dit een teken is dat de hoef niet in orde is. Daarna is het belangrijk om te weten wat je aan flare kunt doen. Een belangrijk stukje basiskennis voor elke paardeneigenaar!

Twee ponyhoeven, links zonder flare, rechts met flare

Hoe kun je flare herkennen?
In een gezonde hoef zonder flare loopt de hoefwand overal recht naar beneden, zowel bij de teen als de kwartieren.

Flare kun je makkelijk herkennen: de hoefwand waaiert naar buiten toe uit. Hoe lager bij de grond hoe sterker de hoefwand uitflared. De vorm van de hoef lijkt op een skischans, een bel, of van die jaren ’70 spijkerbroeken. Je kunt flare voelen door met je hand van boven naar beneden langs de hoefwand te strijken.

Een praktische manier om flare goed te kunnen zien: Hou een recht voorwerp (een vijl, pen of lineaal) langs de hoefwand. Een hoef zonder flare en de rechte lineaal sluiten naadloos aan op elkaar. Tussen een hoef met flare en de lineaal blijft een spleet zichtbaar.

Flare herkennen aan de onderkant van de hoef


Opgerekte witte lijn
Als je een hoef met flare aan de onderkant bekijkt zul je rond de zool, tussen de zool en de hoefwand, een verbrede witte lijn aantreffen. De witte lijn is soms een groeve, gevuld met vuil (en daardoor niet wit). Als je een opgerekte witte lijn van dichtbij bekijkt zie je streepjes. Dit zijn de epidermale lamellen.

In extreme gevallen (zoals bij hoefbevangenheid) is de witte lijn zo opgerekt dat de ruimte die is ontstaan opgevuld is met een wit wasachtig materiaal. In het engels wordt dit lamellar wedge genoemd vanwege de driehoekige vorm van dit materiaal in een doorsnede van de hoef.

De hoefwand kan niet spontaan weer recht worden, De witte lijn kan namelijk niet halverwege of anderaan weer aangroeien nadat deze is opgerekt of heeft losgelaten. Een nieuwe verbinding moet helemaal vanaf de kroonrand naar beneden groeien. De hoef is wat dit betreft goed te vergelijken met onze vingernagel. Een loszittende nagel zal niet vanzelf weer vastgroeien. Een nieuwe, goed verbonden nagel zal vanuit de nagelriem naar beneden moeten groeien.

Het nieuwste deel van de hoefwand, net onder de kroonrand, geeft aan onder welke hoek de hoef zou groeien als de witte lijn wel goed verbonden was.

De flexibele hoef

We ervaren de hoef als een massief, stevig en hard lichaamsdeel, maar schijn bedriegt. Door de hoef in beweging op video vast te leggen en in slow motion af te spelen is te zien hoe verrassend flexibel en elastisch de hoefwand eigenlijk is. Het materiaal van de hoefwand moet onder druk kunnen uitzetten en inkrimpen voor een goed functionerend hoefmechanisme. Een gezonde, sterke, goed bekapte hoef is prima in staat de enorme hoeveelheid druk die er op uitgeoefend wordt tijdens de beweging op te vangen zonder blijvend van vorm te veranderen. Een gezonde, stevig verbonden hoefwand zal moeiteloos elke stap uitzetten en daarna weer terugveren in de oorspronkelijke vorm.


Flare ontstaat als er te veel druk op de hoefwand uitgeoefend worden om terug te veren in de oorspronkelijke vorm. De hoefwand zal dan permanent naar buiten toe vervormen. De hele hoef kan in z’n geheel flaren of plaatselijk: bij de toon of bij de kwartieren, of alleen aan een kant (asymmetrisch). Conformatie, aanleg, hoefvorm, bekapping en de manier van bewegen en trainen beinvloeden de plaats waar flare ontstaat.

Als een paard druk op de achterkant van de hoef vermijdt zal hier een gebrek aan druk ontstaan en zal de hoef daardoor samentrekken. Dit wordt contractie genoemd en kan gezien worden als het tegenovergestelde van flare.

Van hoefijzers wordt gezegd dat ze de hoef beschermen. Maar waartegen beschermen hoefijzers eigenlijk? Ze beschermen hoeven met een te lange draagrand tegen de te hoge buitenwaarts gerichte druk. Als je naar bovenstaand schema kijkt begrijp je dat het vermijden van uitzetten flare voorkomt maar ook het hoefmechanisme belemmert goed te werken met in veel gevallen contractie als resultaat.

Oorzaken van flare
Mechanische flare – Flare ontstaat door de mechanische krachten die op de hoefwand inwerken als de hoefwand als draagrand gebruikt wordt en dus te lang is gelaten. Als de hoefwand te dun of flexibel is of van buitenaf uitgedund tijdens de bekapping zal er al bij minder hoge druk flare ontstaan.

Metabolische flare – Als de witte lijn verbinding verzwakt is door bijvoorbeeld een te hoog zetmeel en suiker gehalte in het voedsel of insuline intolerantie zal bij minder hoge druk al flare ontstaan. In de praktijk zal flare het resultaat zijn van zowel een metabolische als mechanische oorzaak.
kwartierbruise

Lange kwartieren en bloeduitstorting
Gevolgen van flare
Flare kan pijnlijk zijn. Druk om een idee te krijgen zelf eens stevig met een lange vingernagel op een hard oppervlak. Als je dan doordrukt klapt de nagel zelfs om met als gevolg een bloeduitstorting onder de nagel. Soortgelijke bloeduitstortingen zie je soms ook in witte hoeven. De hoefwand heeft dan zo hard aan het corium getrokken dat deze is gaan bloeden. Het bloed van de bloeduitstorting blijft onder de hoefwand zitten en groeit mee naar beneden tot de onderrand afslijt of afgevijlt wordt.

Een hoefwand met flare zal niet voldoende naar binnen gerichte druk kunnen uitoefenen. De gevolgen hiervan zijn een verminderd hoefmechanisme en een plattere zool. Paarden zullen hierdoor, zeker op hardere ondergrond, gevoelig gaan lopen (op eieren) of alsof ‘de vering er uit is’.


Flare veroorzaakt barsten en scheuren
Daarnaast kan flare leiden tot barsten, spleten en brokkels. Op zich is dat niet zo’n probleem. Het is de natuurlijke manier waarop de hoef het probleem juist probeert op te lossen. Als de hoefwand permanent te lang wordt gelaten kunnen barsten ontstaan die tot in de kroonrand doorlopen. De barsten kunnen geïnfecteerd raken met schimmels en bacteriën. Zelfs met de allerbeste hoefverzorging kan het een flinke tijd duren voordat deze problemen weer opgelost en uitgegroeid zijn.

Hoefbevangenheid is de ergste vorm van flare: De gehele witte lijn is verzwakt, de lamellen zijn geinflammeerd en scheuren in het allerergste geval compleet af.

Trimmen: Het beinvloeden van de krachten die op de hoef inspelen
We kunnen de vorm van de hoef niet direct veranderen door te vijlen of te snijden alsof we beeldhouwen in een blok marmer. Alleen het paard kan (vanaf de kroonrand) een gezonde hoef groeien met een perfect functionerende vorm. Wel kunnen we de vorm van de hoef op een indirecte manier beinvloeden. Door te trimmen kunnen we de krachten die op de hoef inwerken veranderen en verminderen en zodoende vervormingen voorkomen en laten uitgroeien.

Flare voorkomen en verhelpen
Om te voorkomen dat een paard flare krijgt of zorgen dat hij in staat is flare uit te laten groeien zijn een correcte trim en ruwvoer dieet van essentieel belang. Ook de andere sleutels spelen een rol.

1) Trimmen: Vaak, kort en afgerond
Trim paarden regelmatig, maar altijd voordat er flare ontstaat. De hoefwand moet zo kort zijn en zo regelmatig worden bekapt dat er geen dragende rand ontstaat die de hoefwand naar buiten trekt en spanning geeft op de lamellen. Een goed opgezette mustangrol zorgt voor een naar binnen gerichte kracht die de hoefwand onder druk juist tegen de interne structuur aan drukt.

Vijl bij het afronden van de mustangrol aan de buitenzijde nooit hoger dan de onderste 2 centimeter van de hoefwand. Streef ernaar zoveel mogelijk van de dikte van de hoefwand te behouden. De hoefwand mag ook niet te kort worden gevijld, om maximale naar binnen gerichte druk te behouden op het niveau van de zool.

Geef de hoefwand rondom overal gelijke dikte om de krachten die op de hoef inspelen zo gelijk mogelijk te verdelen. Volg bij het bepalen van de dikte de grens tussen de zool en de witte lijn. Op de plaats waar de witte lijn het breedst en meest opgerekt is kan dit tijdelijk betekenen dat er geen hoefwand meer te zien is van onderen.

Kwartierboogjes verlagen de druk op de zijkant van de hoef en zijn hierdoor onmisbaar voor het verhelpen en voorkomen van kwartierflare.

2) Dieet: Veel vezels, weinig suiker en zetmeel

Om de witte lijn sterk en strak te houden is het belangrijk dat paarden op een natuurlijk ruwvoer dieet gehouden worden. Hoe beter het voer aansluit op de eigenschappen van hun spijsverteringsstelsel en metabolisme hoe beter voor de witte lijn. Voer zo weinig mogelijk oplosbare koolhydraten (suikers en zetmeel – graan, biks, melasse, snoep) en zo veel mogelijk vezels, ruwvoer, in zo klein mogelijke porties per dag.

3) Mineralen
Voedingsstoffen die belangrijk zijn voor de kwaliteit, kracht en dikte van de hoefwand en een goede groei kunnen in ruwvoer in te beperkte mate aanwezig zijn. Het beste is om je ruwvoer te laten testen en te laten uitrekenen wat er aan ontbreekt. Als dit te moeilijk is kan een goed hoefsupplement ook heel goed helpen. Let op of alle belangrijke bouwstoffen er in zitten: Lysine, koper, zink, selenium, vitamine E en eventueel biotine. Omega 3 en 6 zijn belangrijk voor de waterafstotende werking en flexibiliteit van de hoef en zitten in de juiste verhouding in vers gras en in lijnzaad(olie).

4) Leefomgeving, klimaat en beweging
Door langdurig in het nat te staan worden veel hoeven zachter. Zachte hoeven flaren sneller. Niet makkelijk te realiseren in het nederlandse klimaat maar het is voor veel paarden belangrijk dat de hoeven een aantal uur van de dag op kunnen drogen. Geef paarden zo veel mogelijk beweging, en toegang tot een gevarieerde ondergrond. Beweging en doorbloeding zijn essentieel voor de gezondheid van de hoef en daarmee een van de sleutels om flare te voorkomen of te verhelpen.

Vijl flare NIET af aan buitenkant
Traditionele hoefsmeden verwijderen flare vaak vanaf de buitenkant. Dit is slechts een cosmetische oplossing en werkt averechts. De hoef ziet er van buiten dan netjes recht uit, maar de witte lijn verbinding is nog steeds opgerekt. Door flare van buiten weg te vijlen en dus te verdunnen en zachter te maken zal de hoef juist meer de neiging krijgen tot flare.
flare-removal

Flare wegvijlen vanaf de buitenkant is alleen cosmetisch en werkt averechts

  • De hoefwand wordt er door uitgedund en verliest hiermee de toch al verminderde samentrekkende kracht die belangrijk is voor het hoefmechanisme en de concaviteit van de zool. Door flare verschillende achtereenvolgende bekappingen te verwijderen wordt de hoefwand aan de onderrand te dun. Soms gaan hoefsmeden hier in zo ver dat de voorkant van zwarte hoeven wit worden. De gepigmenteerde hoefwand is dan volledig afgevijld. Dit is de hardste buitenste beschermlaag van de hoefwand en die zit er niet voor niets!
  • Door flare van buiten af te vijlen verliest de hoef zijn waterafstotende werking. De hoefwand zal zonder deze beschermlaag meer vocht absorberen en hierdoor nog zachter worden. De neiging tot flare zal hierdoor toenemen.
  • Door flare van buiten te verwijderen verlies je inzicht in de werkelijke vorm van de hoef. Het maakt het moeilijk de hoef te lezen. Je ziet dus ook niet of de hoef vooruit gaat en sterker wordt.

Het uitgroeien van flare
Zodra de onderrand van de hoefwand kort wordt gevijld en afgerond met een mustangrol zal de verbinding tussen hoefwand en voet een kans krijgen behouden te blijven. Als deze trim elke maand herhaald wordt en het dieet in orde is, zal in ongeveer 5 tot 8 maanden de nieuwe groei van de goed verbonden, rechte hoefwand de onderrand bereiken. Vanaf dat moment zal de zool een mooie holle vorm gaan vertonen en het paard comfortabeler over diverse soorten ondergrond gaan lopen.

Het proces is goed te vergelijken met de transitie die paarden doormaken die net van de ijzers af zijn gekomen. Sommigen lopen al snel zonder problemen. Voor anderen duurt het langer voordat de gevoeligheid verdwijnt. Hetzelfde geldt voor paarden die de overgang maken van langere hoefwand (en flare) naar de kortere hoefwand van de natuurlijke bekapping. Sommigen zullen direct beter lopen als de hoefwand korter wordt gevijld en de trekkracht op de lamellen af is genomen. Andere paarden zullen door een periode van gevoeligheid heen moeten totdat de hoefwand weer stevig vast zit.

Flare uitgroeien kost geduld en een vertrouwen op de natuur. Als je het paard de tijd geeft en je volhoudt zul je zien dat een korte, afgeronde hoefwand uiteindelijk de beste hoeven oplevert: Hoeven zonder flare en een mooie holle zool zullen met gemak over elk soort terrein kunnen lopen.

vrijdag 1 maart 2013

Kwartierboogjes

Lees dit artikel op de nieuwe website van paardenhoeven.info 

Bij een traditionele bekapping wordt de onderrand van de hoefwand meestal tot een vlak niveau afgevijld, alsof de hoef wordt voorbereid voor het aanbrengen van een hoefijzer. De eerste plaats waar zo’n platte ‘weidetrim’ problemen geeft is ter hoogte van de kwartieren.

Hedendaagse trimmethoden die uitgaan van de anatomie en functie van de hoef volgen bij het trimmen de omtrek van de zool. Door de zool te volgen ter hoogte van de zijkant van de hoef zal er in veel gevallen een boogje ontstaat aan de onderzijde van de hoefwand: Het zogenaamde kwartierboogje of scoop. Waar dienen kwartierboogjes voor en welke problemen kunnen ze helpen voorkomen en oplossen?

Voorkant: hard materiaal
Achterkant: zachtere onderdelen

De binnenkant van de hoef bestaat globaal uit twee delen: De voorkant bevat hard materiaal (hoefbeen, bot) en de achterkant van de hoef de zachtere materialen (kraakbeen, straalkussen). De achterkant van de hoef vangt de schok van de landing op. Met de voorkant van de hoef zet het paard af om zich naar voren te stuwen.

Het grensgebied tussen de voorkant en achterkant van de voet is het breedste deel van de hoef. Dit deel van de paardenvoet komt tijdens het neerzetten en afwikkelen onder grote spanning (druk, fysische kracht) te staan.

De richting van de krachten
De hoefwand ter hoogte van de kwartieren kan onder druk van het paard in beweging nergens anders heen dan naar buiten, naar boven en naar voren.

Naar buiten: De kwartieren zijn de eerste plaats waar flare ontstaat en waar de hoefwand als deze te lang wordt gelaten, zal afbrokkelen of scheuren. Door de naar buiten gerichte krachten zal de witte lijn bij de kwartieren worden opgerekt.

Naar boven: De naar boven gerichte krachten drukken de kroonrand boven de kwartieren naar boven. De kroonrand komt hierdoor plaatselijk onder druk te staan. In extreme gevallen wordt zelfs de zool bij de kwartieren mee omhoog getrokken.

Naar voren: De druk op lange kwartieren kan als gevolg hebben dat hielen en steunsels naar voren worden getrokken. De hielen raken dan ondergeschoven en de steunsels zullen over de zool heen gaan liggen in plaats van rechtop langs de straalgroeve te lopen.

De oplossing voor deze vervormingen van de hoefwand is de spanning op de kwartieren te verlagen door het aanbrengen van kwartierboogjes. Kwartierboogjes zijn ook aangetroffen in de hoeven van wilde paarden.

Kwartierboogjes zijn niets anders dan een goed kort gevijlde en afgeronde hoefwand aan de zijkant van de hoef. In veel hoeven zullen automatisch kwartierboogjes ontstaan als de vorm en de welving van de zool worden gevolgd bij het bekappen. De hoefwand wordt rondom tot hetzelfde niveau ten opzichte van het niveau de zool afgevijld. Door de kwartierboogjes aan te brengen zal de haarlijn van de kroonrand rechter worden, en daardoor de groei van de hele hoefwand. Kwartierboogjes zijn onmisbaar bij het verhelpen van kwartierflare, kwartierscheuren en over de zool geklapte steunsels. Kwartierboogjes mogen niet ontbreken bij het trimmen van hoeven met ondergeschoven hielen.

Volg je de omtrek van de zool tijdens het bekappen en ontstaan er geen kwartierboogjes? En heeft dit paard geen van de bovengenoemde verschijnselen zoals kwartierflare of ondergeschoven hielen? Breng geen kunstmatige kwartierboogjes aan als de hoef er niet om vraagt. Je vijlt de hoefwand dan onnodig te kort.

Kwartierboogjes voorkomen overmatige spanning op de hoefwand en vervorming van de hoef en zijn daarom een belangrijk element bij het trimmen voor hoefgezondheid.

Te veel naar buiten gerichte druk op de kwartieren kan de hoefwand letterlijk van de voet aftrekken (flare), zoals goed te zien is op dit voorbeeld.

zondag 24 februari 2013

Suikerbietenpulp

In het artikel Spijsvertering en hoefgezondheid wordt uitgelegd waarom ruwvoer beter is voor paarden en hun hoeven dan een dieet rijk aan granen, suiker en zetmeel. Het allergrootste deel van de voeding van het paard moet uit ruwvoer bestaan: hooi, voordroog en (in beperkte mate) gras. Toch willen we of moeten we paarden bijvoeren. Eén van de soorten voer die geschikt is voor paarden om biks en graan mee te vervangen is suikerbietenpulp.

Suikerbiet? Bevat dat niet veel suiker dan?
Suikerbieten worden geteeld voor de suikerindustrie en bevatten direct na het oogsten wel 20% suiker. Ter vergelijking: Een appel bevat slechts 15% suiker. In de fabriek wordt de suiker uit de biet gehaald. Wat overblijft is de pulp die gedroogd wordt en geperst tot brok. De pulp bevat minder dan 5% suiker, een hoog vezelgehalte en is daarom geschikt als paardenvoer.

In veel paardenvoer en ook in suikerbietenpulp wordt vaak melasse toegevoegd. Dat maakt het weer ongeschikt als gezond paardenvoer. Voor de smaak is het niet nodig omdat de meeste paarden suikerbietenpulp zonder melasse ook heel lekker vinden. Misschien heeft je paardenvoederhandel geen suikerbiet zonder melasse op voorraad maar kunnen ze het wel voor je bestellen. Suikerbietenpulp (SBP) is goed houdbaar zolang het droog bewaard wordt. Je kunt gerust een aantal zakken per keer nemen.

Waarom is suikerbiet geschikt als paardenvoer?
  • SBP is een goede bron van makkelijk verteerbare vezels. 
  • Het bevat pectine en inuline, koolhydraatsoorten die goede bacteriën in de dikke en blinde darm stimuleren. Door SBP te voeren zal ruwvoer zoals hooi en alfalfa beter verteerd (gefermenteerd) worden. De darmflora ondersteunende werking is gunstig voor oudere paarden en paarden die de neiging hebben snel gewicht te verliezen.
  • SBP is ook geschikt voor dikkere paarden omdat het door z'n grote volume na het wellen niet veel energie bevat per schep. 
  • Het is geschikt voor paarden met gebitsproblemen, zelfs oude paarden zonder tanden kunnen het eten.
  • Het is een perfecte basis om van alles doorheen te mengen: grasbrok, luzerne, mineralen, olie, lijnzaad en eventuele medicijnen.
  • SBP bevat weinig eiwit, weinig suiker (5%) bevat relatief veel calcium.
  • Door het lage suikergehalte is het geschikt voer voor gezonde hoeven 
  • Het is geschikt voor nerveuze en schrikachtig paarden en voor paarden die snel spierpijn ontwikkelen (tying up en EPSM).
  • Het bevat geen stof, schimmels of andere allergenen.
  • Veel paarden vinden lekker.
  • Fijne bijkomstigheid: suikerbietenpulp is goedkoop.

1 schep suikerbietbrok + 5 liter water = een halve emmer vol...

Hoe te gebruiken?
Suikerbietenpulp moet lang geweekt worden. Een kilo bietenpulp heeft 5 liter water nodig om helemaal op te wellen. Op koele dagen kun je de pulp 24 uur van te voren in de week zetten. In de zomer week je liever een uur of twaalf zodat het niet kan bederven. Met echt heet of kokend water kun je de weektijd aanzienlijk verkorten. Ook met heet water zal SBP toch een aantal uur moeten staan. Eerst om te wellen en vervolgens om gedeeltelijk af te koelen. Veel paarden vinden warm eten in de winter extra lekker.

Hoeveel?
Op verschillende sites worden verschillende hoeveelheden geadviseerd, van maximaal een halve kilo tot zelfs wel 2 kilo per dag (op de site van Hartog). Twee kilo lijkt mij erg veel als je je realiseert dat je dan met wellen erbij je paard 12 kilo voer voorschotelt! Ik las ergens dat paarden 5 kilo droge pulp werd gevoerd zonder nadelige effecten, maar de risico's die daar aan kleven zou ik zelf niet nemen! Neem als basis voor de voeding van je paard altijd ruwvoer en kijk naar alle andere dingen die je voert als aanvullende voeding. Gewoon voor het lekker, om je paard op gewicht te houden, of als drager van supplementen.

Voor mijn vier paarden week ik 1 schep van ongeveer een kilo in 5 kilo heet water. De 2 dikkere paarden krijgen na het wellen 1 ruime schep, de shet een klein schepje en de rest is voor mijn dunnere paard. De suikerbiet is een handige basis om van alles doorheen te mengen. Met een halve tot een hele schep luzerne en gemicroniseerd lijnzaad zijn ze allemaal tevreden met de inhoud van hun emmer.

SBP is rijk aan calcium en heeft hierdoor geen perfecte calcium fosfor verhouding. Zolang je geen gigantische hoeveelheden voert zal dit geen problemen opleveren. Als je de balans toch perfect wilt krijgen zul je de hoeveelheid SBP die je dagelijks voert mee moeten laten nemen in het uitrekenen van een balancer die exact aansluit op alles wat je voert. Je hooi heeft waarschijnlijk ook geen perfecte Ca:Ph balans. Met een uitgerekend mineralen supplement zou je het theoretisch perfect kunnen krijgen. Je kunt ook een handje zemelen door de biet mengen omdat dit juist veel fosfor en weinig calcium bevat. De juiste verhouding zemelen en gewelde pulp is 1:4.

Als je paard suikerbietenpulp niet kent zal hij er misschien even aan moeten wennen. Meng een klein beetje door voer wat hij wel lust en voer de hoeveelheid elke dag iets op.

Schrokt je paard SBP zonder goed te kauwen? Meng er dan iets waar hij wel op moet kauwen doorheen zoals gras- of alfalfabrok.

Nadelen van suikerbiet 
Niet goed geweekte suikerbiet kan slokdarm verstopping veroorzaken. Het paard houdt plotseling op met eten en vertoont koliekachtige verschijnselen zoals schrapen met de voorbenen, paniekerig gedrag en onrustig rondlopen. De onderhals van het paard voelt dik aan. Een stevige massage van de onderhals met het hoofd van het paard in een horizontale positie kan helpen om de prop in de dunne slokdarm los te laten schieten. Anders direct de veearts bellen natuurlijk. Beter nog is gewoon die SBP goed te weken. Twijfel je of het goed geweekt is of zitten er nog kleine harde stukjes in? Dan NIET voeren.

Een recent onderzoek van de universiteit van Liverpool suggereert dat er en relatie zou kunnen bestaan tussen het voeren van SBP en dikke darm torsie, een ernstige vorm van koliek. Er werd bij het onderzoek niet vermeld of het suikerbiet met of zonder melasse betrof en in welke hoeveelheden het gevoerd werd.

Wat je ook naast het ruwvoer van het paard nog meer voert, bedenk er altijd bij dat dit aanvullende voeding is. Suikerbietenpulp is laag in mineralen en vitamines en mede daardoor niet geschikt als compleet paardenvoer of ruwvoervervanger. SBP kan in gematigde hoeveelheden prima aan paarden gevoerd worden zonder nadelige gevolgen voor de hoeven of de spijsvertering.

Meer info: 
The Myths and Reality of Beet Pulp (pdf)